7DTV | De Nederlandse Ondernemers Podcast

Een concertkaartje of festivalticket verkopen was altijd ontzettend lastig, totdat TicketSwap in ons leven kwam. In 20 landen verkopen 3 miljoen mensen inmiddels tweedehands kaartjes voor evenementen via de onderneming van Hans Over, Ruud Kamphuis en Frank Roor. Hoe heeft TicketSwap een einde gemaakt aan de woekerprijzen voor tweedehands tickets? In gesprek met CEO Hans Ober. In zes jaar tijd bouwde Ober zijn bedrijf uit tot een internationaal succes. Het is vijf jaar geleden ontstaan uit Obers eigen frustratie over de onbetrouwbare wereld van tweedehandskaarten. ‘TicketSwap is een platform waar je veilig en eerlijk tweedehands kaartjes aan elkaar kunt verkopen: fan2fan. Wij kopen geen kaartjes en we hanteren een eerlijke prijs: de maximale prijs  hebben we op 20 procent bovenop de oorspronkelijke prijs vastgesteld.’ Woekerprijzen & Secure SwapAls je je verdiept in de schimmige wereld van de verkoop van tweedehands tickets kom je veel oneerlijke partijen tegen. ‘Op verschillende platforms kun je je tickets nog voor onbeperkte prijzen doorverkopen en dat wordt in Europa eigenlijk niet gehanteerd. Vooral in Engeland lopen er veel rechtszaken die daarover gaan. (…) Veel artiesten en eventorganisaties kiezen ervoor om hun kaarten betaalbaar te houden en willen het niet maximaliseren.’ In principe is Ticketswap een van de veiliger manieren om tweedehands tickets te kopen. Met het Secure Swap-systeem wordt de barcode van het verkochte ticket ongeldig gemaakt en vervangen door een nieuwe barcode. Zo weet je zeker dat je een uniek ticket in handen hebt. ‘Je ziet aan ons succes dat er een enorme vraag is vanuit fans om kaartjes door te kunnen verkopen. Wij hebben allerlei ticket-bedrijven aan ons Secure Swap systeem gekoppeld en dat is een veilig en gesloten ecosysteem.’ 6 jaar, 80 man personeel, actief in 20 landenTicketSwap heeft veel gebruikers, maar hoe staan de cijfers ervoor? ‘We hebben als doelstelling om te verdubbelen, maar naarmate je groter wordt, wordt het lastiger om te verdubbelen. (…) Het grootste deel van die groei komt veruit uit het buitenland.’ ‘Ik weet van alles een beetje en probeer met alle teams mee te lopen. Ik heb een andere kijk op zaken dan mensen die er de hele dag mee bezig zijn. Ik weet echt wel hoe onze database in elkaar zit, maar ik kan niet programmeren bijvoorbeeld. Ik heb uit pure noodzaak MySQL moeten leren, zodat ik de eerste statistieken uit de database kon halen.’

[Dit interview is gemaakt in samenwerking met Van Lanschot]‘De artistieke relevantie van het instituut telt’De wereld van kunst en cultuur versus de wereld van ondernemerschap en geld: hoe passen deze werelden bij elkaar? Ronnie Overgoor (Oprichter 7DTV) in gesprek met Axel Ruger (Directeur Van Gogh Museum) en Simon Reinink (Directeur Het Concertgebouw) over cultureel ondernemerschap.Balans tussen zakelijke en artistieke doelstellingenHet spanningsveld tussen zakelijke en artistieke doelstellingen: hoe vind je de balans? Simon: ‘De artistieke relevantie van je instituut is uiteindelijk wat telt. Dat mensen van je houden en naar je toe willen komen: geld is niet het doel, maar een middel. Natuurlijk maak je wel zakelijke afwegingen, maar per saldo telt altijd de vraag: is het relevante kunst die je aanbiedt?’Axel: ‘Die spanning is er zeker binnen onze organisatie, maar dat is ook gezond. Wrijving geeft glans. (…) Wij zijn naast het instituut, ook een commerciële organisatie in de vorm van een bedrijf met een winstoogmerk. Je hebt de winkel en dat is big business. Onze beide organisaties opereren op een enorm hoog niveau. Simon heeft te maken met wereldsterren die over de vloer komen en van Gogh is een van de bekendste kunstenaars op deze aarde. Daardoor ontstaan er ook veel kansen die ook financiële consequenties hebben.’Verdienmodel: nu en in de toekomstHoe ziet het verdienmodel van de organisatie eruit: nu en in de toekomst? Simon: ‘Het is een complex verhaal, maar wel mooi gespreid. Een van de taartpunten is natuurlijk de kaartverkoop, dat is goed voor éénderde. Een kwart is ongeveer uit zaalverhuur. De helft van de concerten die wij organiseren, programmeren we zelf: eigen rekening, eigen risico. De andere helft verhuren wij aan concertorganisatoren. Sponsering en fondsenwerving levert ongeveer twintig procent op. Daarnaast hebben we nog diverse andere inkomsten, bijvoorbeeld de subsidie van de gemeente.’Axel: ‘Bij ons is de kaartverkoop goed voor zestig procent. Dat is echt uitzonderlijk en heel erg veel. Een heel groot component is ook de commerciële activiteiten: merchandise, winkel en wholesale. Daar zijn we ook zeker nog aan het kijken hoe we die business kunnen uitbreiden. In de laatste plaats zijn ook sponsoring en fondsenwerving aan de orde.’Simon: ‘Ik denk dat ons verdienmodel inmiddels mooi gespreid is. Onze strategie richt zich in de toekomst op het opzetten van een stevig Endowment Fonds. Daar zijn we al in 2012 al mee gestart. Dat is een soort stamvermogen dat je heel voorzichtig en conservatief gaat beleggen. Daar kun je dan je vaste kosten mee gaan dekken in de toekomst. Je wilt het instituut toch in veiligheid brengen.’Technische innovatie: wat is het belang voor jullie?De wereld verandert ook op het gebied van technologie. Is dat ook relevant voor de cultuursector? Axel: ‘Wij onderzoeken hoe we nieuwe media inzetten. De collectie is niet grenzeloos belastbaar en hoogst kwetsbaar. Je kunt de werken niet naar alle hoeken van de wereld sturen. Dus kijken we hoe we andere manieren kunnen verzinnen om de collectie ook toegankelijk te maken voor mensen die nooit naar Amsterdam kunnen komen. Maar je moet de kracht van het origineel niet vergeten, de magie van de originele beleving is toch anders dan op een scherm iets te bekijken.’Simon: ‘Op alle niveaus zie je dat die ontwikkeling doorsijpelt in onze organisatie. Op het niveau van techniek, marketing en educatie.’

Met zijn bedrijfsnaam wil hij mensen in beweging brengen. Hij wil Nederland collectief beter isoleren. Hoe draagt zijn manier van ondernemen bij aan de groei van zijn bedrijf? Vijf ondernemerslessen van Raoul Kiksen, directeur van Nederland Isoleert. #1 Focus‘In mijn ervaring van ondernemen heb ik geleerd dat je één ding heel erg goed moet doen. Focus je daarop. Als ondernemer kom je ontzettend veel andere mogelijkheden tegen. Schrijf je idee op, maak een spreadsheet en stuur je bedrijf aan op een businessmodel. Laat je niet teveel afleiden, totdat je dat gehaald hebt wat je zou willen behalen.’ #2 Formulier heldere doelstellingen en zorg dat het team deze begrijpt.‘Ondernemers vergeten wat de doelstellingen zijn van het bedrijf: wat verwachten we, waar gaan we naartoe en wat zijn de resultaten die we willen behalen? Vertel de teamleden over de doelstellingen van het bedrijf waar hij of zij medeverantwoordelijk voor zijn. Dat moet je blijven herhalen, want mensen veranderen, aldus Kiksen.’ #3 Ken ieder detail van het bedrijf‘Als je wil sturen op resultaat, actie moet ondernemen of een stap moet zetten om bij te sturen, moet je weten waar je dat op kan doen. Als je het hele spectrum begrijpt, weet je beter hoe de dynamiek werkt. Het personeel vindt het fijn dat je weet waar zij mee bezig zijn en dat je er met ze over kan praten.’ #4 Durf los te laten‘Als iemand daar het geheime recept voor heeft, hoor ik het graag. Ik beheers het zelf namelijk ook nog niet goed. Je kan jezelf de schuld geven als iets niet goed gaat, maar als je niet loslaat, komen je medewerkers niet verder. Wanneer je te laat ziet dat andere mensen iets beter kunnen dan jijzelf, vetrekken ze. Daarbij is het heel leuk om te zien als je bij collega’s hun talenten ziet ontwikkelen. Het wordt nog leuker als ze zeggen: ‘je weet dat ik hier veel beter in ben, laat mij het maar gewoon doen.’ #5 Durf stronteigenwijs te zijn‘Mensen gaan je heel vaak vertellen dat het anders moet. Enerzijds moet je je kwetsbaar opstellen en openstaan voor goedbedoelde adviezen. Anderzijds moet je niet bang zijn om adviezen keihard in de wind te slaan. Je bent ergens mee begonnen, omdat je ergens in gelooft. Als ik alle adviezen had opgevolgd die ik heb gekregen, was ik nooit het bedrijf begonnen waar ik nu directeur van ben. Ben stoïcijns in je keuzes, zonder naïef te zijn’, aldus Kiksen.

Iedereen werkgever zoekt naar het schaap met de vijf poten: een uitdaging voor veel organisaties en recruiters. Equalture zegt hier, met haar onpartijdige screening- en matchingtool, een oplossing voor te hebben. Annemarie van Campen gaat in gesprek met Charlotte Melkert (co-founder Equalture). Equalture‘Equalture is een onbevooroordeelde, data gedreven screening- en matchingtool. We matchen kandidaten aan vacatures met behulp van data en machine learning. Om in de eerste ronde alle vooroordelen eruit te halen, anonimiseren we alle profielen: je ziet geen leeftijd, naam of geslacht. We zorgen ervoor dat data het optimale plaatje geeft van wie het best bij de functie past. Ik heb twee jaar lang een recruitmentbureau gehad. Daar is vanuit een tekortkoming het idee ontstaan om Equalture op te starten. Ik zag structureel bij de eerste ronde van het recruitmentproces – de screening en matching – dat er struggles ontstonden. Hoe weet ik nu echt wat voor kandidaat ik zoek? Hoe zorg ik dat ik die kandidaat optimaal en hetzelfde beoordeel als andere kandidaten?’ Combinatie‘Je sluit Equalture aan op de recruitment software die je al hebt: het is echt een add-on product.  Wij vragen eenmalige kosten om te integreren met de software die je al gebruikt, daarna is het een licentie die je óf op maandelijkse óf op jaarbasis kunt betalen. We zijn niet revolutionair op alle vlakken, maar we hebben wel een mix van dingen gemaakt waarvan ik denk dat - wanneer je ze bij elkaar stopt - je heel veel problemen in één keer kan tackelen. Wat Equalture speciaal maakt, is dat wij twee concepten combineren die in de wereld nog niet gecombineerd zijn. Er zijn al wel veel bedrijven die screening- en matchingtools gebruiken en er zijn enkele bedrijven die het blind hiring principe hanteren. Maar wat je nog niet ziet, is dat deze twee concepten met elkaar gecombineerd worden’, aldus Melkert Toekomst‘Ik hoop dat over 10 jaar het blind hiring, ofwel het anoniem solliciteren, iets normaals is. En dat recruiters zich steeds meer laten richten door data. Ik zeg niet dat recruiters volledig vervangen moeten worden, wat een mens zal het laatste oordeel moeten geven. Maar ik zou het wel heel gaaf vinden als we steeds meer waarde gaan hechten aan data’, aldus Melkert Nieuwsgierig geworden naar de visie van Charlotte Melkert over de toekomst van recruitment en haar ambities? Kijk de hele aflevering!

Het platform FoodFirst Network presenteert zich als de Netflix voor een gezonder en vitaler leven. Het is het initiatief van Jan Dekker en Meester-kok Rudolph van Veen. Wordt er al net zoveel geld verdiend als bij Netflix, of is dat niet hetgeen wat de initiatiefnemers drijft? Ronnie Overgoor in gesprek met een van de twee oprichters: Jan Dekker. Waarom Foodfirst Network?‘De samenleving wordt zieker. We zijn op zoek naar preventie, maar we doen er zo weinig aan. Er moet nu echt iets gaan gebeuren en dat heeft mij op dit spoor gezet. Het platform is er voor iedereen die ziek of gezond is. We moeten anders kijken naar onze leefstijl en hier winst uit halen, dat was mijn belangrijkste motivatie om met FoodFirst Network te starten.’ Publieke taak‘De publieke omroep vult de publieke taak niet goed in. Ik heb jaren geleden al aangegeven dat zij meer moeten doen aan kookonderwijs. De Keuringsdienst van Waarde doet goed werk, maar dat is niet genoeg.’ Zou je met jouw platform de publieke omroep op willen? Traditionele televisie heeft het zwaar en met een digitaal platform en social media is simpel een groot bereik opbouwt. Naast bereik wil ik vooral raken: mensen écht motiveren en intrinsieke content maken waar men iets aan heeft,’ aldus Dekker. Onbewust ongezond‘We zien heel veel zieke mensen rondlopen. Te dik, hartfalen en bijvoorbeeld darmproblemen. We eten te weinig onbewerkt, gezond en vers eten. We mogen best een taartje, een ijsje een wijntje. Wij zeggen altijd: 20% bewust ongezond genieten. Voel je niet schuldig!’ Geen reclame‘Bij FoodFirst Network stellen we onszelf de vraag: hoe kunnen we zo goed mogelijk leefstijl in een zo breed mogelijk perspectief neerzetten? We hebben een Netflix-model: we kiezen ervoor dat er geen enkele reclame, pop-up en banner in beeld komt. Hierdoor is er geen invloed van de voedingsmiddelenindustrie en farmacie binnen ons platform. Deze beide industrieën zijn veelal bezig met het verkopen van ongezonde dingen. Het wordt tijd dat we het eerlijke verhaal gaan vertellen. Ik ben met allerlei specialisten in contact gekomen die achter ons platform staan waarbij eerst naar voeding gekeken wordt en daarna pas naar medicatie. Het streven is dan ook ‘niet nog een pil erbij, maar juist een er af.’ Ik heb altijd gezegd dat ik met mijn missie doorga tot mijn dood. Ik word honderd, dus een pensioen zit er niet in’, aldus Dekker. Nieuwsgierig geworden naar de ontwikkelingen van FoodFirst Network, haar verdienmodel en de missie van Jan Dekker? Kijk dan de hele aflevering!

Alexander Tsoutsanis (legal director bij DLA Piper) werkt samen met organisaties en merken die te maken krijgen met piraterij. Ronnie Vergoor duikt samen met Tsoutsanis in de wereld van illegale streaming.  Het is gratis met een reden‘Ik werk voor grote klanten die een probleem met piraterij hebben. Vaak speelt dat offline, maar in sommige gevallen ook online. Bij offline moet je denken aan kopiëren, zoals namaakschoenen of namaaklikeur. Bij online piraterij gaat het bijvoorbeeld om ongeautoriseerd kijken naar allerlei sportwedstrijden. Er zit wel degelijk een businessmodel achter. Primair is de content advertentie-gedreven en daarnaast wordt er malware verspreidt. Er is een gratis signaal en beeld, maar dat je vaak pas te zien krijgt als je vijf keer een advertentietje hebt weggeklikt, ook wel ‘pay per click’ genoemd. Bij elke klik gaat een paar eurocent naar degene die de illegale piraterij het internet instuurt. (…) De uitdaging ligt bij de aanbieder: hoe bereiken zij een doelgroep die oprecht in de inhoud geïnteresseerd is, maar er tegelijkertijd geen abonneegeld voor over hebben’, aldus Tsoutsanis. De schade verspreidt zich als een olievlek‘De schade van het aftappen en illegaal streamen is moeilijk te becijferen, maar verspreidt zich als een olievlek.’ Wat is het gevolg van deze illegale acties? ‘Bij sport - zoals voetbal - worden hele dure rechten betaald om wedstrijden uit de Eredivisie of Champions League uit te zenden. Dat wordt terugverdiend met advertentie-inkomsten. Op deze manier gaat er geld terug naar de voetbalbonden, waarmee geïnvesteerd wordt in breedtesport-ontwikkelingen, zoals de bouw van stadions en de verbetering van de jeugdopleiding. In het geval van piraterij lopen ze dat geld mis’, aldus Tsoutsanis. Georganiseerde criminaliteit ‘Je moet niet iedereen hetzelfde etiket opplakken, omdat niet elk individu kwade bijbedoelingen heeft. Maar het merendeel van de grote platforms zijn bedrijven en groepen die zich bewust zo inrichten, met verschillende vennootschappen in diverse landen en met betrokken intermediaire mensen, dat je zeker kan spreken van georganiseerde criminaliteit. De mensen achter goed georganiseerde internet piraterij hebben het zo ingericht dat ze inzetten op een verdeel en heers. Oftewel: de site wordt gehost in Nederland, er wordt gebruik gemaakt van een andere hostingprovider in Frankrijk en men zit ook voor een stukje in Amerika. De uitdaging van de rechthebbende is hoe je zo’n club aanpakt die in drie landen zit. Grote, internationale advocatenkantoren zijn bij uitstek gericht om een maatwerk oplossing te bieden om in meerdere landen tegelijk actie te ondernemen, zodat je de piraterij kunt aanpakken. De Europese regelgeving geeft genoeg handvaten om dit aan te pakken. De Europese wetgever heeft namelijk al in 2001 en 2004 aangegeven dat de regelgeving technologisch neutraal geformuleerd werd, waardoor het jaren meekan’, aldus Tsoutsanis. Nieuwsgierig geworden naar het laatste nieuws over de piraterij in de streamingswereld? Kijk dan de hele aflevering met Alexander Tsoutsanis (legal director bij DLA Piper). Deze video is tot stand gekomen in samenwerking met DLA Piper, één van de grootste zakelijke juridische dienstverleners wereldwijd.

Geen H&M topjes of ZARA broeken, maar Chanel tassen en schoenen van Louis Vuitton. De marktplaats voor tweedehands designer kleding - The Next Closet - groeit als kool. Hoe weten ze met name vrouwen te verleiden om afscheid te nemen van hun fast fashion? Remy Ludo Gieling gaat in gesprek met oprichter Thalita van Ogtrop. The Next Closet‘Wij zijn een duurzame marktplaats voor tweedehands designerkleding en accessoires. Aan de voorkant is het alsof je op een webshop shopt en aan de achterkant is het een echte marktplaats waarbij je vanuit je eigen huis jouw spullen fotografeert, upload en online zet. De verkopers kunnen serieus geld verdienen aan dingen die men niet langer draagt. De betaling gaat volledig via ons platform waardoor kopers veilige betalingen doen en geen nepdesign kopen. Bij onze Do-it-yourself service krijgt de verkoper 80% van de verkoopprijs. Bij de premium-service vragen we 40% van de verkoopprijs. Bij deze service doen wij alles: we fotograferen, beschrijven, slaan de producten op en verzenden ze’, aldus van Ogtrop. Doelgroep‘Onze doelgroep bestaat uit vrouwen van 40+. Zij zijn onder te verdelen in de koopjesjagers, de verzamelaars - die echt voor collectie items gaan - en merkgekken die heel graag Dolce & Gabbana of Michael Kors op de riem hebben staan. Zelf ben ik helemaal geen merkgek en ik heb ook geen achtergrond in mode. Ik ben wel veranderd sinds ik dit bedrijf heb opgezet. Bij alles wat ik koop kijk ik voortaan of het een investement piece is en van echt goede kwaliteit is.’ Niche‘Vanuit ons businessmodel en mijn achtergrond in duurzaamheid zitten we in de niche van designermode. We willen fast fashion tegengaan en mensen stimuleren om te investeren in designer items. Ik vind de hele fast fashion markt verkeerd. De kleding is gemaakt van slecht materiaal, valt na een paar keer wassen uit elkaar en is slecht te recyclen. Je kan beter iets meer betalen voor iets wat heel mooi is, dat je langer draagt en wat je ook een tweede leven kan geven’, aldus van Ogtrop. Nieuwsgierig geworden naar de doorgroeiambitie van The Next Closet en het verhaal achter haar investeerders? Kijk de hele aflevering!

Tot 2015 bekleedde hij de functie van hoofdredacteur bij De Telegraaf en hij was oprichter van de Nederlandse omroepvereniging WNL. Inmiddels is hij druk met Trusted Media, dat onder andere in Amsterdam de huis-aan-huis krant ‘City’ uitgeeft. We gaan in gesprek met de ervaren journalist: Sjuul Paradijs City: een reclamefolder als krant?‘Wij kregen de vraag of we content wilden maken voor dit huis-aan-huis blad. Ik vond het wel een spannende gedachte om in een krantenwereld - waar alles vast zit en door twee Belgische uitgevers wordt bepaald – leven in de brouwerij te brengen.’ De regel is dat tien procent van de inhoud van een krant uit inhoudelijke content moet bestaan. ‘Het is niet een typisch huis-aan-huis blad, maar er staat zeker journalistiek in. Wel beperkt, omdat het allemaal betaald moet worden. Wij willen graag in gesprek met de gemeente over wat er wel en niet kan.’ Je hebt zelfs een open brief geschreven naar de burgemeester? 'Je kan als overheid wel elk initiatief kapot redeneren, maar we willen graag weten wat wél kan’, aldus Paradijs. Saai en in elkaar gesust‘Er gaat geen dag voorbij dat het woord Telegraaf in mij opkomt. Noem het een zwarte bladzijde, maar tegelijkertijd ben ik nu volop met andere dingen bezig, met dezelfde energie zoals ik die ook ken uit de tijd bij de Telegraaf. Ik hoop dat er komende tijd bij hen herstel kan optreden. Er mag wel wat gebeuren in de dagbladwereld, want het is erg saai. Het is een oligopolie met twee Belgische mediabedrijven die elkaar uit de wind houden zonder enige concurrentie. In bijvoorbeeld Denemarken wordt geknokt voor elke lezer. Hier in Nederland is het gezapig en gericht op kostenbesparing. De boel is in elkaar gesust, er is geen enkele spanning en alles is gericht op behoud van de betalende lezer.’ Richt je eigen kanalen in en omzeil de pers‘De laatste jaren maken bedrijven, voetballers en artiesten volop gebruik van eigen kanalen en brengen daarmee zelf hun nieuws. Ze blijken in staat een enorm bereik te behalen waar sommige media jaloers op zijn. De pers raakt niet alleen de authentieke bronnen kwijt, maar ook de geldstromen om journalistiek te bedrijven. De grote adverteerders zetten namelijk ook vol in op eigen kanalen in plaats van dat zij het geld gebruiken voor platte advertenties.’ Maar je bent juist iemand die zich altijd heeft ingezet voor de vrije pers? ‘Journalisten zijn nog steeds nodig om onderzoek te doen en om het verspreiden van fake news te voorkomen’, aldus Paradijs.

Oot Granola levert ontbijtgranen die heel weinig suikers bevatten, maar wel heel krokant zijn. In tegenstelling tot granen in de supermarkt worden ze vers gebakken met alleen maar natuurlijke suikers, 100 procent biologisch en glutenvrij. De ontbijtgranen van Oot Granola worden online verkocht en geleverd in platte dozen die in de brievenbus passen. Vijf ondernemerslessen van oprichtster Valentine van der Lande. #1 ‘Ga voor A-spelers’‘De onderneming is zo goed als de mensen intern. Maar ga extern - bij de keuze van partners en klanten - ook voor A-spelers. Als startende ondernemers moet je potentiele partners enthousiasmeren en overtuigen wat zij eraan hebben om samen te werken.’ #2 ‘Zeg vaker nee dan je lief is’‘Als startup zie je heel veel kansen, maar je kunt je niet op te veel dingen tegelijk focussen. Ik doe het ook niet graag, maar ik zeg ook weleens ‘nee’ tegen een te kleine klant, waarvan ik weet dat het te veel tijd gaat kosten om te managen.’ # 3 ‘Bezuinig niet op je kern, besteed aandacht aan de belangrijke details’ ‘Er zijn mensen die zeggen dat je alles ongeveer voor een zeven moet doen, dan alles zo snel mogelijk op de markt brengen en kijken hoe het gaat. Ik denk dat het juist goed werkt om te kijken wat nu écht het verschil maakt. Besteed veel tijd, aandacht en geld aan belangrijke details.’ #4 Bepaal je key metrics en stuur daarop, elke dag‘We zorgen dat iedereen in het team zijn eigen key metrics heeft en vergaderen elke dag maximaal acht minuten staand. We kijken hoeveel proefpakketten er zijn verkocht en hoeveel abonnementen er zijn afgesloten, maar we sturen ook op hoeveel mensen hun abonnement hebben gestopt of gepauzeerd. Verder proberen we ook een paar voorspellende indicatoren te hebben, waarbij je meer de pijplijn kan voorspellen.’ #5 ‘Get out of the building’‘Als startup heb je het hartstikke druk. Het is daardoor erg verleidelijk om extra hard te werken en heel veel zelf te doen. Een van de dingen die erbij in kan schieten is dat je geen inspiratie op doet bij anderen. Ik vind het superbelangrijk dat je je inspiratie regelmatig ophaalt. Ik zorg dat ik elke week een afspraak heb met bijvoorbeeld een mede-ondernemer, iemand in de sector, of een concurrerend merk, waarvan ik nog niet precies weet wat eruit komt. Er komen altijd inzichten uit die me écht een stap vooruit helpen.’