Apple heeft dit jaar drie nieuwe modellen uitgebracht: de iPhone 17, de iPhone 17 Pro (Max) en de gloednieuwe iPhone Air. Techredacteur Stijn Goossens testte de iPhone Air en iPhone 17 Pro en vertelt in De Schaal van Hebben wat er opvalt aan de Pro en de Air, en hoe ze zich verhouden tot de gewone iPhone 17. Verder beantwoordt hij de meest gestelde vragen over de nieuwe iPhones van Apple.
De iPhone 17 Pro en Pro Max zijn verkrijgbaar in onder meer een opvallende oranje kleur en krijgt voor het eerst in jaren weer een aluminium behuizing. Daarmee oogt het toestel lichter, al lijkt het ook gevoeliger voor krassen. Binnenin draait de Pro op de A19 Pro-chip met 12GB RAM en een 6,3 inch scherm. De drie camera’s zijn vertrouwd, maar met een 8x zoomfunctie weet Apple een belangrijke stap te zetten. De prijs: vanaf €1329 voor 256GB opslag.
De iPhone Air is de dunste iPhone ooit: slechts 5,6 millimeter dik en 165 gram. Dankzij een titanium rand voelt het toestel stevig aan, maar er zijn duidelijke concessies gedaan. De Air heeft maar één camera, één speaker, geen fysieke simkaart en een kleinere batterij die relatief snel leegloopt. Wel beschikt hij over een 6,5 inch ProMotion-scherm en dezelfde chip als de Pro, zij het in een iets minder krachtige uitvoering. De Air kost vanaf €1229.
De iPhone 17 is het basismodel van de serie en behoudt grotendeels het ontwerp van de iPhone 16. Belangrijk is dat dit toestel nu wél een ProMotion-scherm krijgt, samen met de nieuwe chip en een verbeterde batterij die volgens Apple tot 30 uur meegaat. Ook de selfiecamera is vernieuwd naar 18 megapixel, met een vierkante sensor die automatisch bredere beelden kan maken zonder het toestel te draaien. Die selfiecamera is op alle nieuwe iPhones terug te vinden.
Wat deze verschillen betekenen voor gebruikers, en welk model het meest de moeite waard is, hoor je in de volledige review in De Schaal van Hebben.
See omnystudio.com/listener for privacy information.